De dienst van de profeet in de Gemeente

Gepubliceerd op 2 mei 2025 om 19:00

Efeze 4 (HSV)

10-18: Degene Die neergedaald is, is ook Degene Die opgevaren is ver boven alle hemelen om alle dingen te vervullen. En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten, tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus. Van Hem uit wordt het hele lichaam samengevoegd en bijeengehouden door elke band die ondersteuning geeft, overeenkomstig de mate waarin ieder deel werkzaam is. Zo verkrijgt het lichaam zijn groei, tot opbouw van zichzelf in de liefde. Dit zeg ik dan en getuig ervan in de Heere, dat u niet meer wandelt zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart.

Tot opbouw van de Gemeente

Wij komen in deze meditatie weer terug bij Efeze 4. Dit is een prachtige tekst en hierin komen veel elementen uit de vorige meditaties terug. Eerst zagen wij dat Jezus tijdens Zijn bediening op aarde de machten van het kwaad overwonnen had. Dit leidde ook tot gaven van genade aan de gelovigen, maar ook tot de gave van zekere bedieningen aan de Gemeente. Vervolgens zagen wij een voorbeeld van de interactie tussen deze diensten in de praktijk. Waarschijnlijk kun je beter spreken van de samenwerking van de Geest door deze bedieningen. Op die manier gingen de missiereizen van Paulus van start. Het ligt dus voor de hand om te stellen dat deze bedieningen de Kerk opbouwen en daar gaat deze meditatie over. Voordat ik daarover begin, geeft de bovenstaande passage ook nog aanleiding om terug te kijken naar de vorige meditatie.

Eén nieuwe mensheid in Christus

Opvallend genoeg maakt Paulus duidelijk dat de Efeziërs niet terug moeten vallen in hun oude leven als heiden. Even een technische opmerking tussendoor. De HSV (i.t.t. de NBV en NBV21) heeft in vers 17 ‘de andere heidenen’. Alleen is het woord ‘andere’ zeer waarschijnlijk een latere invoeging, omdat het voor kopiisten logischer zou zijn geweest, terwijl veel van de oudste tekstvarianten dit woord niet hebben. Dit is vrij belangrijk, want de toevoeging zou beweren dat de geadresseerden nog steeds heidenen zijn. Maar dat is helemaal niet zo! Kijk maar terug naar Efeze 2. De gelovigen zijn deelgenoten van Israël, huisgenoten van God en deel van Gods ware en heilige tempel geworden. Deze verloste gelovigen vormen de nieuwe mensheid die Gods kinderen zijn. Want of ze nou Jood of Griek zijn, allen hebben Gods verlossing nodig (zie Romeinen 2:8-11 en 3:9-12). En allemaal moeten zij uit God geboren worden (zie Johannes 1:12-13) en als nieuwe schepping en mens maakt het helemaal niet meer uit of je Jood bent of niet (zie Galaten 3:26-29 en Kolossenzen 3:11). De Messias kwam inderdaad Israël verlossen en Gods Tempel bouwen, zoals God had beloofd. Alleen zag dat er in de praktijk heel anders uit dan de Joden zich konden voorstellen. Zij hielden God liever voor zichzelf en in een stenen huis. Zij gingen zelfs zo ver dat zij Gods ruime barmhartigheid en genade niet konden aanhoren. Daarom wilden zij zelfs Stefanus en Paulus ter dood brengen die over Gods ware Tempel en over Zijn heil voor de volken getuigden (zie Handelingen 7 en 22).

Autoriteit van profeten

Bovenstaande is al een voorbeeld van de rol van ware profeten in Christus’ Kerk vandaag. Namelijk op de ware openbaring van Gods wil en plan ten gunste van alle volken te wijzen. Wie dat verloochent of minacht, roept Gods toorn op. Afdoen aan het unieke en universele werk van Jezus, ontheiligt het vergoten bloed van de enige en ware Messias. Wie dat doet, verbreekt het vernieuwde verbond en zal Gods woede moeten verduren (Romeinen 2:8-11 en Mattheüs 26:27-28). Laat wie oren heeft, horen naar wat de Geest zegt.

Dit toont aan dat de bedieningen in Efeze 4 eigenlijk maar weinig autoriteit hebben, want ze kunnen niet forceren dat gelovigen hun boodschap accepteren. Dit zien wij ook terug in vers 12 en wordt in de praktijk gebracht in Handelingen 13 (zoals besproken in een vorige meditatie). Profeten delen Gods plan dat aan hen wordt geopenbaard, terwijl leraren vooral verduidelijken wat deze openbaringen betekenen voor het dagelijks leven. Tussen de profetie en de toepassing zit dan nog de interpretatie en het is aannemelijk dat profeten en leraren daarin allebei een rol spelen. In Handelingen 13 neemt Lukas niet eens de moeite om deze drie stappen te onderscheiden, maar linkt het simpelweg aan de rol van de samengekomen profeten en leraren. Wat de gemeente er dan mee doet, is ook het werk van de Geest en niet de verantwoordelijkheid van de bedieningen. Dit wordt ook duidelijk in Efeze 4:12.

Samen met de Gemeente…

In dit vers wordt gesproken over het doel van de gave van Christus (dat zijn de 5 functies die in vers 11 genoemd worden). Namelijk: a) om de heiligen toe te rusten, b) tot werken van dienstbetoon, c) tot opbouw van het Lichaam van Christus. In tegenstelling tot het fundament van apostelen en profeten in Efeze 2 gaat dit niet over de grondslag voor de ware Gemeenschap der Heiligen, maar om haar volledig volwassen worden. Dat roept de vraag op wat dan precies de rol van de bedieningen is. Je zou kunnen zeggen dat deze drievoudig is, zoals hierboven opgesomd met a t/m c. Alleen wijst het Grieks ons een andere weg (en deze keer heeft de HSV dit goed vertaald).

De dienst van de bedieningen gaat simpelweg om het toerusten van de gelovigen. Een andere vertaalmogelijkheid voor ‘toerusten’ is ‘klaargemaakt worden’. Dus door hun dienende rol worden gelovigen klaargemaakt om goede werken te doen, zodat Christus’ Lichaam volwassen wordt. Met andere woorden zijn de bedieningen gegeven, zodat de Kerk meer en meer op Christus gaat lijken. Ik vind dit mooi, want dit neemt elke reden voor passiviteit weg. Alle gelovigen zijn betrokken bij de opbouw van Gods Gemeente. Alle gemeenteleden worden toegerust door deze bedieningen, zonder dat zo’n “speciale” bediening een show wordt waar de rest van kan genieten of profiteren.

… maar met een bijzondere taak

Voor profeten houdt deze dienende taak in dat zij wijzen op Gods plan: ten eerste in de Schrift, maar ook zoals die vandaag door de Geest wordt duidelijk gemaakt. Daarnaast hebben profeten altijd al een speciale biddende taak gehad onder Gods volk. Daar gaat het de volgende keer over.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.