De dienst van de profeet in de Gemeente
Efeze 4 (HSV)
10-18: Degene Die neergedaald is, is ook Degene Die opgevaren is ver boven alle hemelen om alle dingen te vervullen. En Hij heeft sommigen gegeven als apostelen, anderen als profeten, weer anderen als evangelisten en nog weer anderen als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten, tot het werk van dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus, opdat wij geen jonge kinderen meer zouden zijn, heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden, maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus. Van Hem uit wordt het hele lichaam samengevoegd en bijeengehouden door elke band die ondersteuning geeft, overeenkomstig de mate waarin ieder deel werkzaam is. Zo verkrijgt het lichaam zijn groei, tot opbouw van zichzelf in de liefde. Dit zeg ik dan en getuig ervan in de Heere, dat u niet meer wandelt zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart.
Tot opbouw van de Gemeente
Wij komen in deze meditatie weer terug bij Efeze 4. Dit is een prachtige tekst en hierin komen veel elementen uit de vorige meditaties terug. Eerst zagen wij dat Jezus tijdens Zijn bediening op aarde de machten van het kwaad overwonnen had. Dit leidde ook tot gaven van genade aan de gelovigen, maar ook tot de gave van zekere bedieningen aan de Gemeente. Vervolgens zagen wij een voorbeeld van de interactie tussen deze diensten in de praktijk. Waarschijnlijk kun je beter spreken van de samenwerking van de Geest door deze bedieningen. Op die manier gingen de missiereizen van Paulus van start. Het ligt dus voor de hand om te stellen dat deze bedieningen de Kerk opbouwen en daar gaat deze meditatie over. Voordat ik daarover begin, geeft de bovenstaande passage ook nog aanleiding om terug te kijken naar de vorige meditatie.