Een Beter Verbond

Gepubliceerd op 24 juli 2025 om 19:00

Hebreeën 8 (HSV)

1-7: De hoofdzaak nu van de dingen waarover wij spreken, is dit: Zo'n Hogepriester hebben wij, Eén Die Zich heeft gezet aan de rechterhand van de troon van de Majesteit in de hemelen. Hij is een Dienaar in het heiligdom en in de ware tabernakel, die de Heere heeft opgericht en niet een mens. Want elke hogepriester wordt aangesteld om gaven en slachtoffers te offeren. Daarom was het noodzakelijk dat ook Deze iets had om te offeren. Want als Hij op aarde zou zijn, zou Hij niet eens priester zijn, omdat er hier priesters zijn, die volgens de wet gaven offeren. Deze priesters doen dienst in een afbeelding en schaduw van de hemelse dingen, overeenkomstig een aanwijzing van God die Mozes ontving bij het voltooien van de tabernakel. Want zie erop toe, zegt Hij, dat u alles maakt overeenkomstig het voorbeeld dat u op de berg getoond is. Nu heeft Hij echter een zoveel voortreffelijker bediening ontvangen, zoals Hij ook van een beter verbond Middelaar is: een verbond dat in betere beloften is vastgelegd. Immers, als dat eerste verbond onberispelijk geweest was, zou er voor een tweede geen plaats zijn gezocht.

Hebreeën 9 (HSV)

11-15: Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen is gemaakt, dat is: die niet van deze schepping is. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed eens en voor altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht. Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees, hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen! En daarom is Hij de Middelaar van het nieuwe testament, opdat, nu de dood heeft plaatsgevonden tot verzoening van de overtredingen die er onder het eerste verbond waren, de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen.

Profetische bemiddeling

Er zijn veel teksten die gaan over wat Jezus heeft gedaan voor ons, maar ik vind deze teksten uit de Hebreeënbrief wel heel erg sterk. Het lijkt misschien niet direct profetisch om deze teksten aan te halen. Toch is niets minder waar. In Jezus, de ultieme Dienaar van God, vallen het priesterschap, het koningschap en het profeetschap samen. Net zoals Mozes (een van de grootste profeten) een middelaar was tussen de HEERE en Israël, zo is ook Jezus een profetische Middelaar tussen God en Zijn volk. Het meest bemoedigende hieraan is dat Jezus niet kan falen. Hij is de volmaakte Middelaar. En daarbij moet ook genoemd worden dat Hij vrij toegang heeft tot God en zelfs thuis is naast Gods troon. Daar kan Mozes niet tegenop. En hetzelfde geldt voor het verbond dat Jezus bewerkt heeft en waarin Hij dienst doet.

Priester en profeet

Het is goed om nog eens te bedenken wat de rol van een profeet en een priester is binnen Gods verbond. Beide rollen zou je als een soort middelaar kunnen omschrijven. Een priester doet dit met name binnen de tempelcultus aan de hand van de offervoorschriften. In de Thora (Genesis t/m Deuteronomium) vind je hier genoeg voorbeelden van, zoals bijvoorbeeld in Leviticus 4-5 allerlei instructies worden gegeven over welk offer gebracht moet worden in welke situatie. Een profeet treedt vooral op in het licht van wie God is. Helemaal als Gods voorschriften niet meer worden nageleefd en dus Gods verbond wordt geschonden. Een typisch voorbeeld van een profeet is Mozes die voor Gods volk pleit op, nadat Gods toorn ontbrandt vanwege het gouden kalf. Er was geen mogelijkheid om het verbond te herstellen met offers (en er was ook nog geen tabernakel gebouwd). Mozes kon zich alleen beroepen op Gods karakter om genade voor het volk te bewerken (zie Exodus 32-33). Als Mozes al voor Gods volk als middelaar kon optreden door voorbede te doen, hoeveel te meer de Zoon van God!

Gods eeuwige huis

Mozes bouwde uiteindelijke de Tabernakel en zo kon God in het midden van Zijn volk wonen. De schrijver van de Hebreeënbrief wijst er echter op dat dit maar een voorafschaduwing was van de ware Tabernakel. Dat het een voorafschaduwing was, doet niets af aan de heiligheid van de Tabernakel die Mozes bouwde. Maar net als met de Tempel in Jeruzalem waartegen Jeremia profeteerde, kan zo’n door mensen gemaakt heiligdom weer vernietigd worden. Zo niet met de Tabernakel waarin Jezus op dit moment Zijn dienst vervuld. Dit heiligdom zal voor eeuwig blijven bestaan en uiteindelijk de hele aarde vervullen (Openbaring 21). Daar keek ook Abraham al naar uit, zodat hij kon leven als vreemdeling op aarde en in het land dat hem beloofd was (Hebreeën 11). Dit alles is essentieel voor onze hoop vandaag.

Alleen in Jezus ware hoop

De lijst met oudtestamentische geloofshelden waarin ook genoemd wordt wat Abraham voor ogen had, begint met een definitie van geloof. Het geloof is de grondslag van waarop wij hopen en van de zaken die wat wij verwachten, maar nog niet zien. Als Abraham en alle andere geloofshelden in Hebreeën 11 al het hemelse heiligdom voor ogen hadden, dan gaat dat toch elke wereldse vervulling van oudtestamentische beloften verre te boven. Sterker nog. Of Gods beloften worden allemaal vervuld in Jezus, of Jezus is niet genoeg. Ik geloof dat al Gods beloften in Jezus vervuld zijn tot eer van Gods Naam (2 Korinthe 1:20). En alleen in Christus hebben wij vrij toegang tot God, voor nu en tot in eeuwigheid (Hebreeën 10:19-23).

Wat kan ik hier verder aan toevoegen? Ik zou zeggen: laten wij God danken voor Zijn verbond en laten wij Hem trouw blijven in deze wereld, totdat het moment aanbreekt dat Zijn verbondsbeloften in volle glorie werkelijkheid zullen worden. Dan zal er geen dood en traan meer zijn. Heel de aarde zal vervuld zijn van Gods glorie. Halleluja!

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.